25 jaar Srebrenica: als schapen onder de wolven
Vorige week werd op televisie “Srebrenica: de machteloze missie van Dutchbat” uitgezonden. De serie paste naadloos in een week waarin de val van de moslimenclave in de Balkanoorlog van 1995 werd herdacht. Interviewer Coen Verbraak sprak in de uitzendingen met officieren en militairen die destijds in Srebrenica gelegerd waren. Hun boodschap: al hun goede bedoelingen waren ontoereikend om te voorkomen dat Servische eenheden bijna 9000 Bosnische moslimmannen vermoordden.
Ik was dertien jaar toen de enclave destijds viel en kan me de nieuwsbulletins nog wel herinneren. Ook in de jaren ná 1995 kwamen Srebrenica en Dutchbat nog vaak in het nieuws. De Nederlandse militairen keken weg toen de aan hen toevertrouwde vluchtelingen werden gedeporteerd en vermoord, zo was lange tijd de heersende gedachte. ‘Ze’ (Dutchbat) waren laf, durfden niet in te grijpen en waren daarom medeverantwoordelijk voor genocide.
Na afgelopen week is dat beeld voor mij bijgesteld. ‘We’ hadden daar feitelijk niks te zoeken: de opdracht (het zogenaamde mandaat) was onduidelijk, de bewapening van de soldaten ronduit beroerd en buitenlandse hulp, hetzij diplomatiek of militair, was niet voorhanden. Srebrenica leerde de polderende en immer pratende Nederlandse overheid ook dat geweld in sommige delen van de wereld nog steeds een passend middel is om problemen mee op te lossen. Daar konden we ons niets bij voorstellen. Hoé erg volken elkaar ook haten, je vindt aan de onderhandelingstafel vast wel ergens een middenweg, toch? Niet dus.
Al 25 jaar lang hebben de honderden mannen en vrouwen van Dutchbat last van het verleden. Ze sliepen slecht, de lontjes werden korter en relaties gingen naar de knoppen. Sommigen pleegden zelfmoord. Ze waren vertrokken met grote idealen van vrede en recht maar bleken ter plekke machteloos, en eenmaal thuis was er een koude ontvangst en geen begrip. Eén van de dominees die mee was met Dutchbat, verwoordde het destijds op Bijbelse wijze: “Deze mensen zijn als schapen onder de wolven gestuurd”.
Srebrenica bleek een heel andere wereld, met compleet andere wetten en regels en vooral: het recht van de sterkste. Dán je verhaal kwijt kunnen, zo merkten de geestelijke verzorgers daar en toen, is letterlijk van levensbelang. Misschien kunnen we dat, zelfs na 25 jaar, nog leren van Srebrenica: dat we minder snel zijn in ons oordeel (“Als je er niet geweest bent, kun je er geen mening over geven”) én dat we ook in ons eigen leven beseffen dat goede bedoelingen alléén soms niet genoeg zijn.
Beeld: NPO Radio 1