
Had Jezus een diploma? Vier lessen over leren
Pieter Derks vroeg zich onlangs bij De Nieuws BV af of we er allemaal werkelijk zo veel gelukkiger van worden als iedereen hoogopgeleid is.
Pieter Derks vroeg zich onlangs bij De Nieuws BV af of we er allemaal werkelijk zo veel gelukkiger van worden als iedereen hoogopgeleid is.
Ook ik ben een kind van mijn tijd en dus zo hoog mogelijk opgeleid. Maar zou ik ook minder gelukkig zijn geweest als ik die diploma’s niet had kunnen halen? En ik vraag me af: had Jezus eigenlijk een diploma?
Pieter Derks vraagt zich af of we niet zo de nadruk leggen op dat we een diploma van een hogere opleiding moeten hebben, dat niemand meer een kraan kan repareren. “Ergens is het misverstand gerezen dat meer diploma’s ook betekent dat je meer kan, en dat dingen weten meer waard is dan dingen doen.
Als we zo door gaan, evolueren we zo dat we eindigen als homo universitalis met heel grote hersens en twee heel kleine hulpeloze handjes.” Toen vroeg ik me af: Is Jezus eigenlijk naar school geweest? En wat kunnen wij ervan leren?
Les 1: Leren begint bij je bronnen en niet in boeken
Het enige spoor naar iets van een school dat we in de verhalen over Jezus vinden is te lezen in Lucas 2:
Elk jaar gingen Jozef en Maria naar Jeruzalem om het Joodse Paasfeest te vieren. Op een keer ging Jezus met zijn ouders mee. Hij was toen twaalf jaar.
Na het feest gingen Jozef en Maria naar huis. Maar Jezus bleef in Jeruzalem, zonder dat zijn ouders dat wisten. Ze dachten dat hun zoon met familie of vrienden meeliep. Pas ’s avonds gingen ze hem zoeken. Maar ze konden hem nergens vinden. Toen gingen Jozef en Maria terug naar Jeruzalem, om Jezus daar te zoeken.
Jozef en Maria vonden Jezus na drie dagen. Hij zat in de tempel bij de leraren die daar waren. Hij luisterde naar hen en stelde vragen. Iedereen die hem hoorde praten, was verbaasd. Want hij zei heel verstandige dingen.
Toen zijn ouders Jezus vonden, waren ze onder de indruk. Maria zei: ‘Jongen, waarom heb je dat gedaan? Je vader en ik waren ongerust. We hebben je overal gezocht.’ Jezus antwoordde: ‘Waarom hebben jullie mij gezocht? Ik moet doen wat mijn Vader bepaald heeft. Dat weten jullie toch?’ Maar Jozef en Maria begrepen niet wat hij bedoelde.
Toen ging Jezus met zijn ouders mee terug naar Nazaret, en hij was hun gehoorzaam. Toch bleef zijn moeder nadenken over alles wat er gebeurd was.
Jezus groeide op, en hij werd steeds wijzer. God hield van hem, en de mensen ook.
De twaalf-jarige Jezus is verbaasd dat zijn ouders zich zo ongerust maken. Mij lijkt het logisch, maar voor hem is het logisch dat hij in de tempel te vinden is. Waarom? ‘Ik moet doen wat mijn Vader bepaald heeft’. In een andere vertaling: ‘Wist u niet dat ik in het huis van mijn Vader moet zijn.’ Daar leert hij kennelijk de dingen die hem steeds wijzer maken. Dat lijkt om andere wijsheid te gaan dan die wij op school leren. Jezus zal geen wiskunde of taal daar hebben geleerd. Wat Jezus wijs maakt is niet kennis van verschillende vakken, maar kennis van zijn bronnen. Levenswijsheid, wijsheid over leven en geloof. Wijsheid heeft dus veel minder te maken met boekenwijsheid dan we vaak denken, maar vooral met het doorleven van de bronnen waaruit je leeft.
Les 2: Wijsheid kun je niet leren; het is een gave
Hoe krijg je die wijsheid dan volgens de bijbel? We zien niemand in de bijbel hard studeren in een bibliotheek en vervolgens een bachelor of master titel voor zijn naam zetten. Wijsheid is eerder een gave. We lezen het over koning Salomo; een koning die de bijbel zich herinnert als een heel wijze koning. De Spreuken in de bijbel worden hem ook toegedicht. De wijsheid die hij heeft wordt hem gegeven, door God, zo lezen we in 1 Koningen 3:
Die nacht in Gibeon droomde Salomo dat de Heer bij hem kwam. God zei tegen hem: ‘Je mag mij vragen wat je wilt. Ik zal het je geven.’
Salomo antwoordde: ‘Ik ben nog jong, ik heb nog niet zo veel meegemaakt in het leven. En nu ben ik de leider van het volk dat u uitgekozen hebt. Een volk zo groot, dat je het niet kunt tellen. Daarom vraag ik u dit: Leer mij om goed te luisteren. En leer mij om het verschil tussen goed en kwaad te zien. Dan kan ik uw volk leiden. Want hoe moet ik anders dit grote volk leiden?’
De Heer vond dat Salomo goede dingen vroeg. Hij zei tegen Salomo: ‘Ik vind het bijzonder dat je dit vraagt. Dat je niet vraagt om een lang leven, of om veel bezit, of om de dood van je vijanden. Nee, je hebt gevraagd om wijsheid, zodat je goed kunt luisteren en het volk kunt leiden. Daarom zal ik je geven wat je gevraagd hebt. Ik zal ervoor zorgen dat je wijsheid en inzicht krijgt. Zo wijs als jij zult zijn, is nog nooit iemand geweest. En zo wijs zal ook nooit meer iemand zijn.
Les 3: Ontwikkel de talenten die je hebt gekregen
Je kan heel veel leren in boeken en in onderwijs, maar uiteindelijk gaat het toch vooral om talent. Daar zegt Jezus wel iets over. Hij vertelt in Matteüs 25 een beeldverhaal, een gelijkenis, over talenten. Een talent is in die tijd ook een muntstuk. En zo gaat het verhaal dat iedereen een eigen hoeveelheid ‘talenten’ kreeg, geld dus.
Hier is nog een voorbeeld. Een man gaat op reis. Hij roept zijn dienaren bij zich, en hij geeft hun de opdracht om voor zijn geld te zorgen. De ene dienaar krijgt een miljoen, de tweede een half miljoen en de derde honderdduizend. De heer geeft elke dienaar het bedrag dat bij hem past. Dan gaat hij op reis.
De dienaar die een miljoen gekregen heeft, gaat meteen aan het werk. Hij handelt met het geld en verdient er een miljoen bij. De dienaar die een half miljoen gekregen heeft, doet hetzelfde. En hij verdient er een half miljoen bij. Maar de dienaar die honderdduizend gekregen heeft, graaft een gat in de grond. En hij verstopt het geld van zijn heer.
Je zult begrijpen dat Jezus niet blij is met de laatste dienaar. Had hij maar desnoods het geld om de bank gezet, dan had hij er in ieder geval rente over gekregen. Het verhaal laat zien hoe Jezus denkt over wat mensen kunnen. Mensen kunnen iets op basis van de talenten die ze hebben gekregen. En eerlijk is eerlijk, de een krijgt er meer dan de ander, maar allemaal krijgen we talenten. Die kun je ontwikkelen. Wees je talenten waard. Doe er iets mee. En we hoeven daarin niet allemaal evenveel te kunnen. Kijk naar jezelf, naar je eigen talent. En bouw dat uit. Dan is het goed.
Les 4: En studeer niet teveel
Een oud gezegde zegt: ‘Wie kennis vermeerdert, vermeerdert smart.’ Dit gezegde komt uit de bijbel, uit Prediker 1:
Ik heb mijn uiterste best gedaan om te leren wat wijs is. En ook wat dom is en onverstandig. Maar ook daar bereik je niets mee. Want hoe wijzer je wordt, hoe meer verdriet je hebt. Hoe meer je begrijpt, hoe ongelukkiger je wordt.
Leren is dus maar relatief als je de bijbel mag geloven. Het gaat om je talenten, en om die te ontwikkelen. Door de luisteren, zoals Jezus in de tempel deed en zoals Salomo vroeg, en vragen te stellen, zoals Jezus deed. En dan word je vanzelf verstandig. Jezus had dus helemaal geen diploma nodig…
En wij, vind jij dat we voor alles een diploma nodig hebben?
Foto’s: Arno KleineSchaars
In het evangelie van Lukas staat dat Jezus als 12 jarige met zijn ouders de tempel in Jeruzalem bezocht. In mijn gedicht kijkt Maria hier op terug.
24 december 13
mèèrege wòr’tie al weer dertien jaor
gelukkig wier ie nog nie gewaor
dèk goud en mirre nog aatij
ik gelêûf dèk wèl weet wek doe
teliste is ie bij mèn in leeve gekome
kweet allênig nog steeds nie hoe
afgelôpe jaor meej paose
was ik’um drie daoge kwèt
zat’ie den hille tèd te klazinere
over de liefde en de haot
verstildenie al die tempelhere
meej praot over leeve en dôot
toen ie töskwaam zeej munne man
dettie mar in ut bedrèf moes kome
der is teegesworreg veul handel in krèùse
mar daor hattie niks meej zeejtie
hij zou nou zunne èggeste rechte
weg moete zien te vèène