Do’s en don’ts over geloofsopvoeding
Geloofsopvoeding van je kind, dat is iets wat je met vallen en opstaan moet leren. En net als je denkt dat je het in vingers hebt, moet je het weer aanpassen, want de geloofsopvoeding van een peuter is heel anders dan die van je basisschoolkind of puber. In dit blog delen we vijf do’s en vijf don’ts over geloofsopvoeding thuis.
Vijf dingen die niet werken:
1. Verplicht naar de kerk gaan
Als je zelf ook niet (meer) naar de kerk gaat, weet je vast al dat gedwongen naar een kerk gaan geen positieve uitwerking heeft op je geloof. Bovendien zijn kinderen, als ze al naar de kerk gaan, daar maar een klein gedeelte van hun tijd. Juist als het gaat om te leren wat geloof in je dagelijks leven betekent, is geloofsopvoeding thuis belangrijk. Jannekes man en kinderen wilden niet meer structureel elke zondag naar de (traditionele) kerk. Zij deelt de belangrijkste lessen die zij heeft geleerd over geloofsopvoeding zonder kerk.
2. Doen wat je ouders ook deden
Het is heel voor de hand liggend om te doen wat jouw ouders ook deden. Maar je kinderen groeien op een in andere tijd dan jij. En er zijn andere dingen van invloed op je kinderen. Het is dus niet gek om het anders aan te pakken. Lazen je ouders vroeger aan tafel na elke maaltijd de bijbel, dan kan het zijn dat die manier niet in jullie leven past. Zoek naar manieren die wel passen in je dagelijkse leven.
3. Bang zijn om met je kind over geloof te praten
Praten over geloof met je kind kan knap lastig zijn. Wat doe je als je zoon niets terug zegt? Of als je dochter kritische vragen stelt? Laat het in ieder geval geen reden zijn om niet met je kind over geloof te praten. Neem hem of haar serieus als gelovige en aarzel juist niet om levensvragen voor kinderen aan je kind voor te leggen. Vaak komt er meer wijsheid uit je kind dan je zou vermoeden.
4. Met elk kind hetzelfde doen
Elk kind is verschillend, elk kind op dezelfde manier benaderen doet geen recht aan wie ze zijn en wat ze nodig hebben. Zelfs als je als kind dezelfde ouders en opvoedstijl hebt deelt, kun je je geloof op latere leeftijd op verschillende manieren vormgeven. Eén gezin, één geloof gaat dus lang niet altijd op.
Wat werkt dan wél?
1. Gooi de term ‘geloofsopvoeding ‘overboord
“Van de term ‘geloofsopvoeding’ moeten we af – alsof we onze kinderen vullen met geloof als een eend die wordt vetgemest voor foie gras, om ze daarna af te leveren bij de belijdenis”, schrijft Sjoerd. Hou je eigen geloof dicht bij jezelf: geloof is niet het antwoord dat je geeft op vragen, of het volgen van methodes en werkboeken. Het is meer: laten zien hoe jij leeft met God. Hij pleit voor eerlijkheid, openheid en vrijheid als het gaat om geloven rondom je kind. Voor kinderen is het belangrijk om geloof te zien gebeuren. En soms leer je juist van hén. Wat je als ouder overdraagt is jouw beeld van hoe het hoort, maar wat voor jou werkt, werkt niet per se voor je kinderen. Vertrouw er daarom op dat je kind ook zijn of haar eigen weg kan gaan.
Deel met andere ouders wat werkt en wat niet. Zo kun je van elkaar leren en doe je nieuwe ideeën op
2. Ga creatief bijbel lezen
Voorin de bijbel beginnen en iedere dag een hoofdstuk lezen? De bijbel helemaal uitlezen is misschien een leuk project voor op je bucketlist, maar je hebt ook grote kans dat je kind na een paar hoofdstukken al lang is afgehaakt. Ga daarom eens creatief bijbellezen, bijvoorbeeld door voorwerpen te verzamelen die in een het verhaal voorkomen, een bijbelverhaal nabouwen met lego of door af te wisselen met bijbels voor verschillende leeftijden.
3. Pas aan wanneer nodig
Soms denk je “Dit is het, dit werkt!”. Toch blijken veel succesvolle manieren voor geloofsopvoeding tijdelijk. Kinderen veranderen, ze worden ouder, en iets wat een tijdlang succesvol is kan na een half jaar niet meer passen. De geloofsopvoeding van je baby kan bijvoorbeeld heel anders zijn dan de geloofsopvoeding van een peuter. Wees daarom flexibel in je rituelen en probeer eens in de zoveel tijd eens iets anders uit. Of probeer eens in de zoveel tijd een ander gebed te bidden met je kind.
4. Laat los
Veel kinderen zetten zich vanaf een bepaalde leeftijd af tegen het geloof. Veel ouders worstelen met dit probleem. Wat kun je als ouder doen als je kind niet meer zoveel heeft met het geloof? Niels geeft in zijn blog een interessante quote: “Je laat je kinderen los, zodat ze uit zichzelf bij je terug komen.” Dat kan spannend zijn, want komen ze echt wel terug? Het is wel nodig, want alleen zo kan je kind echt zijn of haar eigen identiteit vinden.