Een compleet mislukte dag #3: Luizenpluizen en uitvallende treinen
Het is weer eens zo’n dag die je net zo goed had kunnen overslaan. Niks gaat zoals gepland, alles gaat mis. Mislukt op mini-schaal, niks ernstigs. Gewoon om chagrijnig van te worden en snel te vergeten. Of zijn dit juist de dagen die je je herinnert en waar je later om kan lachen? Om in een doosje te stoppen en te bewaren?
Om twee uur open ik mijn WhatsApp. Een bericht van een moeder van school: “Zullen we iets eerder beginnen met luizenpluizen? Dan hoeven we deze keer niet te haasten.” Verdorie, helemaal vergeten! Dat ga ik nooit meer redden. Ik weet al waarom ik het vergeten ben: sinds gisteravond liep alles anders dan gepland.
Wc-kleedje ondergespuugd
Gisteravond leegde mijn zoon de gehele inhoud van zijn maag naast de wc. Waarom we eigenlijk een wc-kleedje op de grond hebben liggen is me een raadsel. Dan maar koude voeten ‘s nachts. Vervolgens heb ik de halve nacht wakker gelegen, omdat ik bang was dat het niet bij één keer zou blijven. Ik werd brak en chagrijnig wakker.
Trein valt uit
Mijn auto is afgekeurd: er zit een scheur dwars door het raam, een verroest gat door een aanrijding, enzovoort. Het is een treurig hoopje en ik heb even geen geld voor een nieuwe. Dan maar met de trein. Mijn zoon Jaïr wil zijn fiets meenemen, om de kleuterfiets die hij op school heeft te vervangen. Maar ik ontdek bij de automaat dat de fiets alleen in daluren mee mag. Die laten we dus maar staan. We rennen de trap op en zien het bord: onze trein vervalt. Vervalt?! Er valt toch ook niet per ongeluk een NOS-journaal uit? Mijn jongens zijn gestresst en ik sms naar de juf en meester dat ze te laat op school zijn.
BH vergeten
Terug naar twee uur ’s middags. Ik ben weer thuis. Na het WhatsAppje spring ik op en gooi mijn mok met koude koffie omver. Ik dep de tafel met de eerste theedoek die ik vind, laat een kledderzooi achter en ren naar boven om mijn ‘relaxte-huiskleding’ te vervangen voor iets toonbaars. Onderweg naar het station ontdek ik dat ik geen bh aan heb getrokken. Ik kan nu niet meer terug. Ik kijk omlaag naar mijn t-shirt, hopelijk ziet niemand het. Ik ren met de fiets van mijn zoon -daluren-tijd!- door hokjes en lift de trein in. Bij het overstappen blijkt een lift kapot te zijn en sleep ik de fiets de trap op, want er is geen fietsrichel hier.
Net op tijd klaar
Vanuit het station sjees ik naar de school van de jongens op een veel te kleine fiets. Ik weiger me te schamen. Met een rood hoofd en veel te laat stommel ik de school binnen, nu toch een beetje beschaamd. “Mamma, wat ben je laat!” roept Elias over alle hoofden heen. Ik rag me een weg door de vettige klittenbol van een jongen met enorm lang haar en ik doe hard mijn best hem niet te verdenken of hem dat gevoel te geven. We zijn net op tijd klaar voor de bel gaat.
Veerkracht
‘s Avonds in bed staar ik naar de lege pagina van mijn dankbaarheidsdagboek. “Dag was vrij ruk…” schrijf ik. Ik voel irritatie in mijn lijf. Ik begin alle details van de dag van me af te schrijven. Oude irritaties komen ook bovendrijven. Ik pen alles op, het past helemaal niet op één pagina, ik krabbel door in de hoekjes. Dan zucht ik eens diep en lees het opnieuw. Tot mijn verbazing zit ik te grijnzen. Het gaat eigenlijk best goed met me, realiseer ik, want ik heb de veerkracht om erom te lachen. Er is niks waar ik me echt zorgen om maak op dit moment. Dat is al een wonder op zich. Morgen wordt weer een topdag. En ik heb weer materie voor een blog.