Over herstellen, vergeven én de functie van straffen
In een dik woordenboek zocht ik naar de betekenis van ‘vergeven’. Ik vond “niet meer boos op iemand zijn, omdat hij of zij iets vervelends heeft gedaan”. In een ander dik boek, de bijbel, wordt vergeven ook uitgelegd. Je vind er verschillende verhalen en betekenissen van vergeving. In deze blog wil ik met je stilstaan bij hoe vergeving werkt bij mensen, bij God en hoe vergeving zich verhoudt tot straf en boosheid.
Niet meer boos op iemand zijn betekent simpelweg opnieuw kunnen beginnen. Zonder last van en zonder wrok om hetgeen eerder is voorgevallen. Er staat niets meer in de weg om samen weer verder te kunnen. Jijzelf moet hersteld zijn om te kunnen vergeven. Dat herstel is niet zo maar iets. Dat kan ook niet, omdat hetgeen voorviel impact had op jouw leven en daarmee op de gezamenlijke relatie.
Herstel en vergeven in zes stappen
Herstel verloopt via een aantal stappen. Erkenning van wat gebeurd is, is de eerste stap. Erken niet alleen de situatie zelf, maar vooral de boosheid en het verdriet die daarbij komen kijken. In de tweede stap aanvaard je de gebeurtenis en de gevolgen ervan. Gedane zaken nemen geen keer. De analyse die daarop volgt is de derde stap. Welke les maakte je bestand tegen wat zich in de toekomst nog kan voordoen? Via de vierde stap kom je terecht in de een fase van loslaten; verder gaan zonder de last te ervaren van wat gebeurd is. Je bent in staat om te relativeren. Stap vijf is de stap van vergeven, omdat je merkt dat de situatie zich ontdaan heeft van zijn emotionele impact. Bevestig dit in stap zes aan jezelf en aan de ander. Spreek je vergeving uit en vertel dat je hersteld bent.
Mensen vergeven elkaar, maar moeten ook zichzelf vergeven
Het komt in de beste families voor. Dat wordt vaak gezegd over ruzies en vetes, waarbij herstel en vergeving misschien het meest noodzakelijk is om met elkaar verder te kunnen. Wat daarmee bedoeld wordt is dat geen mens verschoond blijft van situaties waarin hij vergeven moet worden en uitgedaagd wordt te vergeven. Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen… De ander óf jezelf vergeven vraagt om hetzelfde proces. Ze zijn beiden even belangrijk. Als de ander je nog niet of nooit kan vergeven, maar jijzelf gaat gebukt onder schuld én spijt, dan zul je met jezelf die stappen moeten doorlopen om een weg te vinden die bevrijdend is.
God vergeeft mensen, altijd
In de bijbel staan verschillende verhalen van vergeving. God begint keer op keer opnieuw met mensen. Hij herstelt de relatie. Hij brengt daarmee de mens met zichzelf in het reine. Hij richt mensen op, wanneer zij gebukt gaan onder de last van schuld of spijt. In het Oude Testament is het God zelf die telkens opnieuw begint met mensen, de relatie herstelt. Denk maar aan Noach, Jakob, en Mozes. In het Nieuwe Testament maken we kennis met Jezus, Gods Zoon. Jezus leert ons door hoe hij leeft wat vergeving is. Door te sterven en weer op te staan wordt hij tot vergeving zelf. Hij nam toen, en doet dat dus nog steeds, alles op zich wat niet goed was. Door Jezus, door zijn leven, sterven en opstanding worden wij in staat gesteld om telkens opnieuw te beginnen met God, met de ander, met onszelf.
Hoe zit dat dan met straffen en boosheid?
Zowel in de verhalen van de bijbel als ons eigen levensverhaal kennen we boosheid om wat is gebeurd. Boosheid bij God, boosheid bij onszelf. We weten ook dat er in de bijbel over straffen geschreven staat. In onze tijd worden mensen ook gestraft om wat zij hebben gedaan. Hoe verhoudt zich dat tot vergeving? Die boosheid herkennen we uit de fasen van herstel die ik eerder beschreef. De straffen zoals we die kennen uit de bijbel en uit onze tijd hebben vooral te maken met rechtzetten. Recht maken wat krom is. Onrecht omzetten naar recht, als onderdeel van herstel. En dat is een weg die nooit doodloopt, in onze wet niet en belangrijker nog; bij God niet!