Je naaste liefhebben als jezelf, helemaal niet makkelijk
‘Wie is mijn naaste?’ Mensen stellen de vraag aan Jezus. En Jezus geeft een prachtig verhaal als antwoord. Over een man die beroofd en voor dood achtergelaten wordt. Er komen werknemers van de tempel voorbij, ze lopen door, doen net alsof ze hem niet zien. Uiteindelijk komt een man voorbij, uit een vijandelijk volk. Hij stopt en helpt de man. Ziet naar hem om. Als Jezus na zijn verhaal de vraag terugspeelt: ‘Wie is nou die mans naaste?’ begrijpen de mensen om hem heen dat je ‘naaste’ heel wat meer omvat dan de mensen met wie je graag omgaat.
Je naaste, dat is iedereen om je heen. Alle mensen op aarde zijn elkaars naaste als ze met elkaar in contact komen. Al die naasten liefhebben, dat is best een hele kluif. Want het betekent ook die mensen liefhebben, die je helemaal niet aardig vindt. Waar je liever met een boog omheen loopt. Die viezige man, die een beetje stinkt, die naast je komt zitten in de bus. Die moeder op school die altijd van die zeurverhalen vertelt. De buurvrouw die eigenlijk wel een handje hulp kan gebruiken. Die mensen moet je dus liefhebben.
Jezelf liefhebben
Je naaste moet je liefhebben als jezelf. Dat betekent dus, dat jij jezelf ook lief moet hebben. Dat klinkt best logisch. Maar als je er goed over nadenkt. Heb je jezelf dan ook lief? Ben je een beetje lief voor jezelf? Een goede graadmeter is, om eens te bedenken dat je de manier waarop je tegen jezelf praat, ook inzet tegenover je beste vriend(in) of tegen een klein kind. Is het dan ook nog lief? Zeg je ‘Doe dan ook niet zo stom!’ tegen je vriend(in) als ze een fout maakt? Zeg je ‘Je ziet er dik uit in die broek?’ tegen het buurkind van 7? Het klinkt niet als liefhebben.
De bron van liefde
Maar hoe doe je dat dan? Want sommige mensen zijn best moeilijk lief te hebben. En je bent nu eenmaal kritischer op jezelf dan op een ander. De oplossing ligt er denk ik in, wat jouw bron van liefde is. Als je de liefde voor een ander haalt uit hoe hij zich naar jou opstelt, dan is je potje liefde al snel leeg. Als je de liefde voor jezelf spiegelt aan jouw eigen maatstaven, dan schiet je snel te kort. Het Bijbelse je naaste liefhebben als jezelf, is alleen uit te voeren als je God als je bron van liefde ziet. Als je probeert met Gods ogen naar de ander te kijken en naar jezelf. En nee, dat is niet makkelijk. Maar je mag God er wel bij om hulp vragen. Dat Hij je helpt om met Zijn ogen te kijken. Als je Zijn liefde aanneemt voor jezelf, kun je hem ook doorgeven aan een ander. Gods bron van liefde droogt nooit op, is nooit leeg. Met God, kun je jezelf liefhebben, evenals die naaste.