Koning Saul: een sterke en grote leider is niet alles
Een sterk en groot mens wordt vaak gezien als de ideale leider. Dat dit niet altijd een succesformule is, blijkt wel uit het verhaal over koning Saul in de Bijbel. Lees maar even mee.
Koning Saul was de koning waar God spijt van had. Het volk Israël wilde een koning zoals de andere volken hadden. Hiermee keerde het volk God de rug toe, want ze verworpen God als koning. Het volk Israël leverde vervolgens een wensenlijstje in met hoe de koning zou moeten zijn. Hij moest groot zijn, sterk. Iemand die voorop in de strijd gaat en leiding geeft over het land. Enfin Israël kreeg wat het wilde: koning Saul. De koning die zijn verantwoordelijkheden niet pakte.
Saul werd depressief
Saul werd gezalfd tot koning en zou gepresenteerd worden aan het volk. In plaats van dat hij gelijk zijn verantwoordelijkheid pakte, verstopte hij zich. Lekker begin hoor. Hij was ook geen leider. Tijdens zijn eerste oorlog vertrouwde hij niet op God, overtrad regels en het leger liep bij hem weg. In een latere oorlog gehoorzaamde hij God niet en toonde zijn zwakheid door zijn leger de schuld van te geven. De koning van Gods volk vertrouwde niet op God, deed niet wat God van hem vroeg en verliet God. Vervolgens werd Saul knettergek en depressief.
Vertrouwen op God
Dit is een verhaal van vertrouwen op God, gehoorzaamheid en de juiste mindset hebben. Drie dingen die Saul niet had. Het is daarmee ook een appèl voor ons geloofsleven, een moeilijk appèl. Het geloofsleven is niet altijd makkelijk en we zijn God vast wel eens kwijt. Gelukkig zijn er ook goede voorbeelden. Voorbeelden van mensen die als ze God kwijt zijn toch weer bij Hem terugkomen. De koning na Saul laat zien hoe het wel moet: Koning David.