Leven als een kind
“Be patient with my kids, I’m not done raising them.” Ik las deze spreuk ooit ergens en heb hem toen mooi overgeschreven. Ik vond het een mooie. Wees geduldig met mijn kinderen, ik ben nog niet klaar ze op te voeden.
Soms zou ik het wel op hun voorhoofd willen stempelen. Want soms gedragen mijn kinderen zich niet zoals ik graag zou willen. Het zijn geen keurig gepoetste poppetjes die netjes eten en ‘ja, meneer’ en ‘nee, mevrouw’ zeggen. Ze gillen soms te hard, springen soms te ver (en landen in de bloemen), luisteren soms te weinig en snoepen soms teveel. En dat levert wel eens vervelende situaties op. En opgetrokken wenkbrauwen van volwassenen om ons heen. En op zo’n moment zou ik wel willen zeggen: ‘Ze zijn nog niet af! Ik ben nog niet klaar met ze. Echt. Ze worden nog beter.’
Misschien leven we te weinig
Maar als ik eerlijk ben weet ik: ze zijn allang af. Op het moment dat ze geboren werden waren ze al af. Het zijn complete mensen, met een mening en een (sterke) eigen wil. Ze zijn kind en ze hoeven niet perfect te zijn. Ze blijven heus wel door ontwikkelen. Ze leren echt wel hoe het heurt. Kinderen zijn geen half afgeronde mensen.
Soms kan ik als ouder zo bezig zijn met de toekomst, leren ze wel de dingen die ze moeten weten, om later te studeren en een goede baan te kunnen vinden? Kook ik gezond genoeg voor hen om ze een goed eetpatroon aan te leren? Leef ik ze het geloof voor, zodat ze daar later zelf voor kiezen? En dan lijkt de kindertijd alleen een kweekschool te zijn voordat je aan het ‘echte leven’ kunt beginnen. Maar als je steeds vooruit kijkt, mis je al het moois dat voor je voeten ligt.
Kweekschool voor het echte leven
Ik kocht een tijd terug het boek Hold On, But Don’t Hold Still (Hou vol, maar hou je niet stil) van Kristina Kuzmic. Kristina is een bekend gezicht op Facebook en Instagram. Ze deelt openhartig over haar leven. Haar leven als moeder, als vrouw en over haar oude leven in armoede en als alleenstaande moeder. Over haar leven en de lessen die ze leerde schreef ze dit boek. Een quote uit het boek die me bij bleef is:
“Childhood is not a rehearsal for life; childhood is life and children are already whole people.”
Vrij vertaald komt dit neer op: De kindertijd is geen oefening voor het leven; de kindertijd is het leven en kinderen zijn al hele mensen. De quote liet me stilstaan bij mijn kijk op kinderen en op die van mezelf in het bijzonder. De kindertijd van mijn kinderen is een belangrijke tijd, niet alleen om ze voor te bereiden op de toekomst als volwassenen, maar om te leven.
En leven doen ze. En ‘leven’ (:lawaai) maken ze, volgens mijn opa, maar dat is weer wat anders. Maar ze laten me zien dat je een heel mens kan zijn, ook als je je geen zorgen maakt over de toekomst. Als je spelend door het leven gaat. Overal vrienden maakt. Je nog verwondert over een lieveheersbeestje in de tuin. Beweegt tot je erbij neer valt.
Misschien leven we veel te weinig als volwassenen. Worden we veel te stug en stram. Misschien moeten we weer kiezen voor spelen, genieten, verwonderen en nieuwe vrienden maken. Zelfs Jezus zegt het in de Bijbel, je moet worden als een kind. Open, nieuwsgierig en oprecht. Misschien moet ik de spreuk herschrijven voor mijn kinderen: “Please be patient with our mom, she’s forgotten how to be a child.”