Rupsje nooitgenoeg – meer is niet altijd beter
Toen de kinderen kleiner waren, kregen we maar niet genoeg van het boek Rupsje nooitgenoeg. Dat gulzige rupsje dat maar bleef eten van onder andere een cakeje, een zure bom en nog veel meer lekkers dat het water je in de mond laat lopen. Hij at en hij vrat tot z’n buik op ontploffen stond. Herkenbaar? Ja, en toch trap ik er elke keer weer in. Dat dingen zo aantrekkelijk zijn dat je jezelf niet kunt bedwingen. Ook al weet je dat het eerste stukje chocolade veel beter smaakt dan het tiende.
De zoon van mijn vriendin spaarde plaatjes van de supermarkt. Soms kreeg hij wat van anderen; die plaatjes legde hij in een lade, want inplakken dat zou hij later wel doen. Toen hij hoorde over een ruilmiddag, ging hij daar vol enthousiasme heen. Voor een plaatjesspaarder was het de hemel op aarde. Plaatjes, stickers, alles in overvloed. En het werd alleen maar mooier: hij hoefde niet eens te ruilen. Hij kon zoveel pakken als hij wilde, zei een vrouw die bij een tafel stond, want er was meer dan genoeg. Hij stopte de plaatjes in zijn broekzakken, zijn jaszakken en overal waar er plek was. Als een ingepakt michelinmannetje kwam hij thuis, verrukt over deze fantastische overvloed aan plaatjes.
Driemaal raden waar de stickers zijn geëindigd…. Juist ja, in die la in z’n kamer. Toen mijn vriendin een ultimatum stelde waarin de plaatjes binnen een bepaalde tijd moesten worden ingeplakt, of anders werden ze weggegooid’, belandden ze anderhalve week later in de papierbak. Nooit naar omgekeken, afgedankt.
Willen we nog koesteren?
We willen steeds meer. En of dat nou echt gelukkiger maakt, ik geloof er niks van. Schaarste maakt aantrekkelijk; hoe exclusiever iets is, hoe mooier en waardevoller vaak, en toch willen we meer. Koesterde ik vroeger die paar babyfoto’s die mijn moeder van me had, nu heb ik honderden foto’s op een stick staan. Ik zie er nu al tegenop om alles uit te zoeken en er albums van te maken. Had ik er maar tien om te bewaren.

Genoeg
Het verlangen naar iets kan zo sterk zijn dat we uit het oog verliezen waar we nou precies naar verlangen. Verlang je naar het cadeau of naar de Gever? Wie het kleine niet eert… Dit spreekwoord vind je ook terug in de bijbel. Niet voor niks bestaat de hype over minimaliseren, een tiny house waar welgeteld precies je vakantiespullen in passen. Het zegt iets over ons verlangen naar minder, in een wereld die vaak schreeuwt om meer. Beter, mooier, vaker. In de bijbel staat: “Wij hebben niets in deze wereld meegebracht en kunnen er ook niets uit meenemen. Wij hebben voedsel en kleren, laten we daar tevreden mee zijn.” 1 Timoteüs 6:7-8 (NBV)
Als ik het verlangen naar meer in me voel opkomen, dan hoop ik dat ik terugdenk aan het verhaal van mijn vriendin. Aan die prachtige plaatjes, die treurige hoop in de papierbak. Weg gemikt, omdat méér lang niet altijd beter is.