Thuis als Reisgenoot | deel 1
Vorig jaar zijn wij verhuisd. We woonden 20 jaar in Soest en nu in Zwolle. Natuurlijk krijg je daarna vragen over het waarom van de verhuizing. In ons geval had dat met het veranderen van banen te maken. Een andere vraag was: “maak je wel wooncarrière?”. Dat woord moest ik natuurlijk even opzoeken. Wooncarrière? Het bleek te gaan over het steeds opschalen van je woonsituatie. Je begint in een huurflatje, vervolgens een rijtjeshuis, maar je moet natuurlijk eindigen in een woonboerderij of penthouse.
Wonen in de bijbel
In de bijbel was wonen nog een luxe zaak. De wereld bestond uit twee soorten mensen: Aan de ene kant had je vrije en rijke mensen. Ze hadden bezit en slaven. Een eigen huis was voor hen normaal. Aan aan de andere kant had je slaven en onderdrukten of mensen die in diepe armoede leefden. Ze hadden niets en zeker geen eigen huis.
De God van de bijbel kiest voor de slaaf, de onderdrukte en de arme. De mensen die bij God horen worden er steeds op gewezen dat een vaste woonplaats, zeker bij de rijk onderdrukkers, niet de plaats is waar je moet zijn:
Verhalen van mensen onderweg
Abraham krijgt van God te horen om uit Mesopotamië weg te gaan: “De HEER zei tegen Abram: ‘Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat ik je zal wijzen’.” (Gen.12:1) Ook Jezus heeft geen vaste woon- of verblijfplaats: “Jezus zei tegen hem: ‘De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten, maar de Mensenzoon kan zijn hoofd nergens te ruste leggen’.’”
De bijbel staat vol met verhalen van mensen onderweg: De reis van Abraham en Jakob, de exodus en de tocht door de woestijn, de reis van Ruth, de vlucht van David, de verblijfplaats van vele profeten, de ballingschap en terugkeer, de reizen van Jezus en zijn volgelingen.
Vreemdeling op aarde
In de Vroege Kerk leeft sterk de gedachte dat een christen vreemdeling is op aarde. Dat besef gaat gepaard met een grote mate van gastvrijheid. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de brief uit de tweede eeuw die een onbekende schrijft aan de heiden Diognetus om een lans te breken voor de christelijke godsdienst. „Zij [de christenen] wonen in hun eigen vaderland, maar als vreemdeling; zij kwijten zich van hun burgerplichten en verdragen als vreemdeling alles.” En vervolgens: „Zij delen hun tafel maar niet hun bed. (…) Zij hebben iedereen lief en worden door iedereen vervolgd.”
Op weg naar het nieuwe koninkrijk van Jezus op aarde
Een christen is dus een Reisgenoot. Niet dat hij op weg is naar de hemel, maar op weg naar het nieuwe koninkrijk van Jezus op aarde. Daarbij gaat het niet om de vraag: mag je een eigen huis hebben of niet, maar om de vraag: welke keuzes maak je waardoor je laat zien in welk koninkrijk je leeft?
Je levenskeuzes zijn in de bijbel een zaak van loyaliteit aan het verhaal van God. Het gaat om wie je dient. Daarbij loopt er een scheidslijn tussen “de machten” die andere mensen tot slaaf maken en de bewoners van Gods rijk die mensen vrijmaken en de zegen voor anderen zoeken.
Lees ook het vervolg op deze blog, met daarin concrete tips.
Dit is een bijdrage van Johan ter Beek, Reisgenoten