Voor grootse dingen gemaakt
Al een paar maanden loop ik rond met een armbandje met letterkralen. Ik zie er regelmatig mensen naar kijken, die proberen te ontcijferen wat er staat. Ik heb het armbandje zelf gemaakt, naar aanleiding van het lied Waymaker. In het lied worden namen van God genoemd, en één daarvan draag ik nu om mijn arm: Miracle Worker. Regelmatig vragen mensen wat het voor mij betekent, waarom ik juist dit om mijn pols draag. Het is voor mij tweeledig. Enerzijds herinnert het mij eraan dat God een God van wonderen is. Voor Hem is zoveel meer mogelijk dan ik ooit zou kunnen bedenken. En anderzijds belooft God mij ook, dat ik met Hem ook grootse dingen kan doen. Het zegt mij, herinnert mij eraan, dat ik groot mag dromen. Dat ik veel van God mag verwachten. En ook van mezelf. Ik kan soms klein over mezelf denken. Blijven hangen in onzekerheid of getwijfel. En ik wil geloven dat ik tot grootse dingen in staat ben.
Ik las op internet de volgende tekst:
Zij is een dromer
Een doener
Een denker
Ze ziet overal
Mogelijkheden
Deze tekst spreekt me aan, omdat het gaat over dromen én denken én doen. De nadruk kan in de maatschappij soms zo liggen op het doen. Terwijl het begint met dromen en (be)denken. Als je groot durft te dromen kun je de mogelijkheden zien in plaats van (de voor mij gebruikelijke) leeuwen en beren op de weg. Je gaat kansen zien, kansen op plekken waar je die niet had verwacht. En zo kun je, met grote dromen, mooie plannen en overal mogelijkheden ook echt grote dingen doen.
Maar de eerste stap is er zelf in gaan geloven. En daar heb ik dat armbandje dan ook voor. Ik wil een miracle worker zijn, iemand die dingen tot stand brengt, verandering brengt in levens, op mijn eigen, wellicht beperkte, schaal. Ik wil groot dromen en grote dingen verwachten. Omdat ik wil geloven dat ik voor grootse dingen geschapen ben, gemaakt om een miracle worker te zijn.