Wat heb jij nodig om je thuis te voelen?
Ik herinner me nog goed dat we als jong gezin 12,5 jaar geleden in ons dorp kwamen wonen. We hadden er geen roots en kenden er niemand. Dus moesten we helemaal bij het begin beginnen. Kennismaken met de buren. Ontdekken waar de winkels waren. Op zoek gaan naar een school voor onze kinderen.
Ergens helemaal opnieuw beginnen, geeft veel vrijheid. Je deelt geen verleden, dus ook geen balast. Je hebt nog geen idee van de lokale mores, dus je bent vrij om te leven volgens je eigen inzichten. Tegelijkertijd kan het overweldigend zijn. Ik herinner me dat ik me die eerste tijd regelmatig verloren voelde. Ik voelde de nieuwsgierige blikken van buurtbewoners, maar was te verlegen om een gesprekje te voeren.
Alles werd anders toen onze kinderen naar het kinderdagverblijf en later naar de dorpsschool gingen. Op een heel natuurlijke manier kwam ik in contact met andere ouders en vond ik sociaal gezien steeds meer mijn weg.
Meer dan je ’thuis’
Je ergens thuisvoelen is een existentiële behoefte. Toch is het nog niet altijd zo eenvoudig om te ontdekken wat ervoor zorgt dat je je ergens thuisvoelt. Bovendien is je thuisvoelen een breed begrip. Het gaat om veel meer dan alleen letterlijk je ‘thuis’. Want je kunt je wel of niet thuisvoelen tussen je collega’s op je werk, in je kerk, of je familie, in de stad of het dorp waar je woont. Of – nog een stapje intiemer – in je eigen lichaam…
Socioloog Jan Willem Duyvendak, hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, doet sinds 2007 onderzoek naar thuisvoelen. In een artikel in Psychologie Magazine zegt hij dat je ergens thuisvoelen, afhangt van drie zaken: vertrouwdheid, veiligheid en zelfverwerkelijking.
Vertrouwdheid betekent dat je vertrouwd bent met een plek, met de omgangsmanieren, de geuren en geluiden… Veiligheid betekent dat er een zekere mate van comfort en voorspelbaarheid is, en zelfverwerkelijking gaat erom dat je jezelf kunt zijn, en dat je (samen met gelijkgestemden) je doelen kunt nastreven.
Keerzijde
Inmiddels kan ik niet meer door het dorp fietsen of een boodschap doen, zonder regelmatig mijn hand op te steken, of een praatje te maken. En dat doet me goed. Het maakt me dankbaar dat ik een plek heb gevonden die zowel vertrouwd als veilig is, en waar ik ruimte ervaar om mezelf te zijn.
Toch waarschuwt Duyvendak ook voor de keerzijde van dit thuisvoelen. Als je niet oppast, kan het namelijk ook een manier worden om anderen buiten te sluiten. De vraag is dus: hoe zorg je ervoor dat een warm thuisgevoel dat jij ervaart, ook uitnodigend blijft voor anderen? Dat is ook een mooie vraag voor de kerk trouwens…
Wat heb jij nodig om je thuis te voelen?